BEPALEN KOGELBAAN, OPTIMALE ZERO EN AFSTELLEN SCOPE
Opmerking vooraf:
Er zijn natuurlijk diverse manieren om de kogelbaan te bepalen je scope hier op in te stellen. In onderstaand artikel beschrijf ik de methode die ik persoonlijk gebruik en die voor mij prettig werkt.
In dit artikel behandel ik achtereenvolgens:
- Het bepalen van de kogelbaan en ‘Optimal Zero’ met behulp van het computerprogramma Chairgun;
- Het maken van een zgn. “rangecard” en “bracketingtabel” waarin de afstanden en correcties zijn af te lezen;
- Het correct afstellen van scope op basis van deze data.
Uiteindelijk leidt deze procedure tot een scope die correct is afgesteld en waarmee je in staat bent om de pellet op de juiste plek te laten raken (windeffecten en schietfouten buiten beschouwing gelaten ;-))
Het bepalen van de kogelbaan en Optimale Zero
Ik laat mijn Optimale Zero, waarop ik vervolgens mijn scope instel, dus geheel bepalen door Chairgun! Voor het bepalen van de kogelbaan en de Optimale Zero heb je dan het volgende nodig:
- Computerprogramma Chairgun*
- Vermogen/ kracht van jouw buks in Joule (of de muzzle snelheid in m/s)
- Type pellet dat je gebruikt (merk, type, gewicht)
- Sight Height. Dit is de afstand hart scope – hart loop in mm. Deze afstand is soms lastig te meten (afbeelding)
*Voor het bepalen van de kogelbaan maak ik gebruik van het programma Chairgun dat door scope fabrikant Hawke is ontwikkeld. Helaas heeft Hawke eind 2018 besloten om dit programma niet langer te ondersteunen. Het is nog wel gratis beschikbaar maar niet meer voorzien van de laatste data. Gegevens van een groot aantal Hawke scopes en de meeste pellets zijn al in dit programma opgenomen. In dit voorbeeld gebruik ik de PC versie.
Je kunt het programma hier downloaden : https://www.hawkeoptics.com/chairgun-and-x-act-end-of-life.html
De werking van Chairgun wijst feitelijk zichzelf. Door met de rechtermuisknop op velden te klikken krijg je aanvullende info over dat veld en de mogelijkheid om dit aan te passen.
Na het downloaden, installeren en openen van Chairgun krijg je bovenin je scherm het volgende plaatje (hier al gedeeltelijk ingevuld):
We gaan nu eerst enkele basisinstellingen in orde maken:
- Indien het programma niet in metrische units staat kun je dit onder de tab “Configuration/Units” aanpassen.
- Door met de rechtermuisknop te klikken op één van de gekleurde tabs kun je de naam van deze tab aan jouw wapen aanpassen. Hier bv “Air Arms 500HFT Hawke Airmax”.
- Onder de tab “Hawke scopes” kun je de juiste scope selecteren.
- Onder de tab “Reticles” kun je het juiste reticle selecteren.
- Onder de tab “Projectiles” kies je de pellet waar je mee schiet. De meeste soorten en types pellets zijn in deze lijst opgenomen.
- Stel de “embellishments” in zoals hieronder aangegeven:
Nadat je deze basisinstellingen hebt ingevoerd zal het programma automatisch al enkele data voor de berekening aanvullen zoals bv gewicht en de luchtweerstandscoefficient(BC) van de pellet.
We gaan nu de gegevens voor de berekening van de kogelbaan invoeren:
- In het veld “Muzzle velocity” vul je de mondingssnelheid van jouw buks in. Dit veld is gekoppeld aan het veld “Kinetic Energy”. Indien je alleen het vermogen in Joule kent kun je dus ook volstaan met het invullen van het vermogen. De snelheid wordt dan door Chairgun uitgerekend of andersom.
- In het veld “Sight Height” vul je de hoogte van jouw scopemontage in. Dat is de afstand Hart Scope – Hart Loop in cm.
- Omdat we bij HFT vanaf 7,2 meter schieten vul je bij “Start range” 6 meter in.
- Omdat we bij HFT vaak ook de FT doelen tot op 50 meter mogen schieten vul je bij “End range” 50 meter in.
- Ik stel mijn kijker af op de kleinste HFT kill en vul bij “Kill-zone” dus 1,5 cm in.
Als je dit allemaal correct hebt ingevuld en kiest voor de tab “Graph” krijg je het volgende plaatje van de kogelbaan:
De groene lijn is de baan van de pellet . De rode lijn is de kijklijn via jouw scope. De twee paarse lijnen geven de killsize van 15 mm weer. De twee paarse vlakken geven de Point Blank Range weer. Je ziet dat de kogelbaan op het hoogste punt (ca 22 meter) buiten de killsize komt. Dit is dus NIET de optimale instelling!
Onder de tab “Toolbox” kies je nu voor “Zero Range Functions / Optimum Zero Range”. Je kunt ook met de rechtermuisknop op het veld “Zero range” klikken. Het programma zal de instelling nu dusdanig wijzigen dat de kogelbaan precies binnen de killsize van 15 mm blijft (afbeelding). Dit noemen we dus de Optimale Zero!
De kogelbaan blijft nu binnen de opgegeven killsize en snijdt de kijklijn op twee punten:
- "Near Zero" op 12,8 meter
- "Far Zero" op 29,4 meter (ook af te lezen in het veld “Zero Range”)
Dit zijn dus de afstanden waarop we later de scope gaan afstellen!
Het verdient zonder meer aanbeveling om het verloop van de kogelbaan t.o.v. de zero's goed in te prenten! Bij afstanden <12,8 meter en >29,4 meter dien je dus naar boven (hold over) te corrigeren. Bij afstanden van 12,8 - 29,4 meter corrigeer je naar beneden (hold under). Bij afstanden rond de 12,8 en 29,4 meter is verticale correctie praktisch niet noodzakelijk en mik je op het hart van de killzone.
Rangecard en bracketingtabel
Maar eerst gaan we nog een zgn “Rangecard” afdrukken die je exact aangeeft welke correctie je straks op een bepaalde afstand moet gaan toepassen. Klik hiervoor onder de tab “Toolbox” op “Rangecards” en je krijgt het volgende plaatje:
Selecteer de correcties in “Mil-dots” , stel de range in op 7-50 meter (per meter)en geef aan in welke afmeting je de afdruk wilt hebben zodat deze precies in jouw mapje oid past. Afdrukken en je bent klaar!
TIP:
Je hebt nu een Rangecard geproduceerd voor een horizontaal schot. Bij HFT wedstrijden worden targets echter ook nog wel eens hoog (in een boom) of laag (in een dal) geplaatst. Indien je onder een bepaalde hoek moet schieten heeft de zwaartekracht een andere invloed op de kogelbaan en ziet deze er dus ook heel anders uit. Het verdient dus aanbeveling om ook Rangecards af te drukken voor bv 30 graden hoek. Dit kun je realiseren door de waarde in het veld “Incline” te wijzigen(afbeelding). De overige instellingen blijven identiek. Met een incline van bv 30 graden druk je vervolgens opnieuw een rangecard af enz.
Bracketingtabel
Je hebt nu één of zelfs meerdere rangecards die je exact aangeven welke correctie in Mildots je op een bepaalde afstand moet toepassen.
Elders op deze website heb je al kunnen lezen hoe je door middel van rangefinding en bracketing de afstand tot een target kunt bepalen. De bracketingtabel is daarbij een handig hulpmiddel. Door nu de correcties uit de (horizontale!) rangecard over te nemen in de kolom “corr” van de bracketingtabel heb je alles heel handig op 1 kaart ter beschikking!
Deze kaart mag je tijdens wedstrijden gebruiken en is dan ook je grootste vriend!
AFSTELLEN SCOPE OP DE OPTIMALE ZERO
We hebben m.b.v. Chairgun de optimale zero’s (near zero, far zero) uitgerekend. Nu moeten we de scope nog exact op deze afstanden instellen zodat we de waarden uit de rangecard ook in de praktijk kunnen gaan gebruiken. Wat we nu feitelijk gaan doen is de scope dusdanig instellen dat, overeenkomstig de grafiek van Chairgun, op de beide zero’s de pellet ook exact op de kijklijn terecht komt.
Het mooiste is als hiervoor de beschikking hebt over een indoor accommodatie van ca. de afmeting van de far zero. In dit geval dus ca 30 meter. Een 50 meter baan bij een schietclub is dan bijvoorbeeld ideaal. Je kunt dit natuurlijk ook thuis doen. Zorg dan wel voor een adequate backstop (veiligheid)en houd rekening met de invloed van wind.
De setup is een stabiele stationaire opstelling waarbij je de buks bij voorkeur oplegt/fixeert in een wapensteun oid. (afbeelding) en zittend schiet. We beginnen met de eerste instelling op de Near Zero, in dit geval dus op 12,8 meter.
Verschil afstellen knikloop/onderspanner veerbuks vs PCP/zijspanner veerbuks:
Een knikloop/onderspanner moet voor elk volgend schot uit de steun worden genomen om opnieuw te worden gespannen. Een PCP/zijspanner kan gemonteerd blijven zitten en is hierdoor sneller en eenvoudiger af te stellen.
Gerekend vanaf het uiteinde van de loop plaats je nu op exact de Near Zero ( hier 12,8 meter) een doel (plaat hout/kogelvanger oid) met daarop een schietkaart/vel papier welke beschikt over meerdere kruizen/rozen (voor een PCP/Zijspanner zijn rozen/kruizen minder van belang).
Stel je scope in op maximale vergroting en zet de parallax ook op de Near Zero afstand zodat je het doel duidelijk en vlijmscherp in beeld krijgt. Richt nu met je kijker op een roos van de schietkaart en neem een zeer nauwkeurig schot. Als je scope nog nimmer is afgesteld zal de inslag niet exact midden in de roos zijn. Sterker nog: de inslag kan zelfs wel 20 cm van het mikpunt verwijderd zijn en buiten de kaart zijn terecht gekomen! Door het verdraaien van de ‘turrets’ op de scope ga je nu het kruis van je reticle naar de inslag van de pellet brengen.
Bij een Knikloop/onderspanner herhaal je deze stap door iedere keer weer op een nieuwe roos te schieten en de turrets te verdraaien totdat de pellet exact midden in de roos(en dus ook op de kijklijn) terecht komt.
Bij een PCP/Zijspanner laat je de buks in de steun zitten. Je kijkt na het schot door de scope terwijl je de turrets verdraait en het kruis van je reticle op de ingeslagen pellet zet. Bij deze buksen kun je dus met slechts één schot de scope al redelijk goed afstellen. Zelf herhaal ik deze stap toch nog enkele malen.
Als je de scope op deze wijze hebt afgesteld zal de pellet op deze near zero afstand exact het doel raken.
LET OP!
De verstelmogelijkheden van je scope zijn niet onbeperkt! Indien de pellet extreem ver vanaf het richtpunt terechtkomt en je dit niet meer met de scope kunt bijstellen, is er waarschijnlijk iets anders aan de hand! Controleer dan of je scope wel correct is gemonteerd en er geen vuil tussen de mounts en de buks terecht is gekomen.
Om de afstelling nog verder te verfijnen herhaal je vervolgens deze gehele procedure ook op de Far Zero afstand (hier dus 29,4 meter). Zodra de pellet ook op deze afstand steeds exact het doel raakt ben je klaar en zijn scope en buks optimaal op elkaar ingesteld.
Je kunt nu nog de kleine schroefjes van de schaalverdeling van de turrets voorzichtig losdraaien en op “0” zetten. Let op dat je de turrets niet verdraait! Hier komt dus ook de benaming “zero” vandaan.
TIPS:
- Indien je serieus HFT wilt schieten is het van belang om voorafgaand aan elke wedstrijd de Zero’s nogmaals te controleren. Als gevolg van temperatuur etc. kunnen instellingen in de loop van tijd afwijken en dien je de scope nog iets bij te stellen. Dit doe je dan tijdens het inschieten voorafgaand aan de wedstrijd.
- Bedenk dat elke verandering in jouw huidige setup (andere scope, andere mounts, verzetten scope) direct consequenties heeft voor de kogelbaan en dus ook andere Optimale Zero afstanden tot gevolg kan hebben. Bij elke verandering in de setup zul je het gehele proces van berekenen en afstellen dus feitelijk weer moeten herhalen.
- Heb je zojuist op deze wijze een splinternieuwe buks afgesteld? Prima! Maar bedenk dat, naarmate de buks ingeschoten raakt, de snelheid van de pellet (muzzle velocity) zal wijzigen, de kogelbaan zal veranderen en je deze gehele procedure van berekenen en instellen dus moet herhalen om nog steeds nauwkeurig te kunnen blijven schieten.
- Ook het gebruiken van andere pellets heeft invloed op dit proces van instellen. Zelfs het gebruiken van dezelfde pellets (merk, type,afmeting) maar geproduceerd in een andere batch zal een aanpassing met de turrets tot gevolg kunnen hebben. Om dit soort variatie zoveel als mogelijk te voorkomen kiezen de fanatieke wedstrijdschutters ook voor het gebruik van pellets uit één en dezelfde batch die met een pellet test zijn geselecteerd. In een ander hoofdstuk besteed ik hier aandacht aan.